Powered By Blogger

Time goes on..

Time goes on..

Wednesday 6 December 2006

Insects

Insects
They chance habitat

Time for: Kyoto.

Text coming soon.

Al Gore

Al Gore was inaugurated as the 45th Vice President of the United States on January 20, 1993. President Clinton chose then-Senator Gore to be his running mate on July 9, 1992. He was formally nominated as the Democratic nominee for Vice President one week later at the Democratic National Convention in New York.

Gore's Congressional career began when he was elected to the U.S. House of Representatives in 1976 where he served eight years representing the then 4th District of Tennessee. He was elected to the U.S. Senate in 1984 and was re-elected in 1990, becoming the first candidate in modern history -- Republican or Democratic -- to win all 95 of Tennessee's counties. A candidate for the Democratic nomination for President in 1988, Gore won more than three million votes and Democratic contests in seven states.

Gore was born on March 31, 1948, and is the son of former U.S. Senator Albert Gore, Sr. and Pauline Gore. Raised in Carthage, Tennessee, and Washington, D.C., he received a degree in government with honors from Harvard University in 1969. After graduation, he volunteered for enlistment in the U.S. Army and served in Vietnam.

Returning to civilian life, Vice President Gore became an investigative reporter with The Tennessean in Nashville. He attended Vanderbilt University Divinity School and Vanderbilt Law School and operated a small homebuilding business.

Vice President Gore is married to the former Mary Elizabeth "Tipper" Aitcheson. They have four children: Karenna (born August 6, 1973), Kristin (born June 5, 1977), Sarah (born January 7, 1979), and Albert III (born October 19, 1982). Vice President Gore owns a small farm near Carthage, and the family attends New Salem Missionary Baptist Church in Carthage.

Found on the internet:

Mau-woods.(Dutch text only for the moment)

Mau-woud

Door Matthijs Blonk. De Keniaanse autoriteiten zijn al ruim drie weken bezig om Ogieks, de traditionele bewoners van het Mau-woud, het bos uit te zetten. Daarbij worden gewapende troepen ingezet en verstoort de politie met traangas hulpacties van lokale liefdadigheidsorganisaties. Als reden voor de actie noemen de autoriteiten het behoud van het bos en milieu. Het woud ligt op de hellingen van het Mau-gebergte, zuidelijk van de stad Nakuru, en is met een omvang van 360.000 hectare het grootste resterende bos in Oost-Afrika en een belangrijk waterwin gebied. Driekwart van het bos is reeds verdwenen omdat de overheid de laatste twee decennia grootschalige houtkap heeft toegestaan. In het woud leven sinds mensenheugenis de Ogiek, een inheems volk van 10 tot 20.000 mensen dat voor een groot deel van de levensbehoeften van het bos afhankelijk is. Ze verzamelen er brandhout en honing, vinden er groenten, medicinale planten en jagen op wild. Joseph Towett van de Ogiek Welfare Council stelt dat de term bos niet voorkomt in het vocabulaire van de Ogiek. 'We zien de bomen als onderdeel van onze grotere gemeenschap. Ook de dieren en planten beschouwen we als deel van ons leefmilieu. Dit is ons huis.' De meeste Ogieks zijn bij eerdere acties uit het bos verdreven en leven aan de rand van het woud, waar ze overgaan op kleinschalige landbouw en veehouderij. In de huidige overheidscampagne, die plaatsvindt bij Enoosupukia in de buurt van Narok, worden opnieuw Ogieks uit het bos verdreven. Huizen worden met de grond gelijk gemaakt of in brand gestoken. Mensen vluchten en zoeken hun heil buiten het woud waar ze overnachten in geïmproviseerde onderkomens. Volgens Pastor Ngayami zijn al ruim honderd families het bos uitgezet en aan hun lot overgelaten. Er is dringend behoefte aan hulpgoederen zoals voedsel, medicijnen en dekens. De temperatuur in het gebied zakt 's nachts richting het vriespunt. Minister Amos Kimunya heeft honderden Ogiek landclaims ongeldig verklaard. Volgens de minister zijn de documenten niet meer waard dan het papier waarop ze geschreven zijn. Hij stelt dat de meeste eigendomspapieren vals zijn en wil de uitzettingsactie niet stoppen.

Matthijs Blonk is medewerker van het Nederlands Centrum voor Inheemse Volken.